Ontmoeten in de ruimte van nu

De ruimte op straat

We hebben na de verzuiling in de jaren ’50 heel veel individuele vrijheid gecreëerd. Mensen mogen zeggen en vinden wat ze denken, relaties hebben met wie ze willen, veel regels worden ruimhartiger, tolerantie en vrijheid lijken het hoogste goed. In de openbare ruimte is deze individualiteit o.a. terug te zien in het autogebruik en bijbehorend parkeren. Iedereen kan zelf zonder overleg met wie dan ook beslissen of hij of zij een auto koopt, of werk kiezen dat alleen met de auto te bereiken is. Ook de zakelijkheid uit de jaren ’90 maakt veel ruimtes tot en soort niemandsland. De publieke ruimte is vaak vooral open ruimte, waar ik de diepere betekenis van ontmoeten of ‘samen’ niet uit kan lezen/ervaren, eerder ervaar ik een afstandelijkheid, een niet-contact dat soms schuil gaat onder het motto ‘tolerantie’.
Verder valt mij – onder andere in mijn eigen beleving van de stad – op dat het gebruik van de auto het straatbeeld en onze landschappen zo domineert. Ik snap heel goed dat auto’s vrijheid geven, lekker in je eigen bubbeltje naar iets dat jij leuk vind. Maar voor mij zijn deze individuele bubbeltjes ook een soort gewelddadige afscheiders die veel ontmoeten letterlijk in de weg staan. Lopend of op de fiets wordt ik naar de marge van de straat verwezen, als ik ergens naar toe wil, dan kruis ik autowegen waarvoor ik moet oppassen, omfietsen e.d. Het ‘konijntje’ in mij is altijd wat overweldigd uit angst voor dit snelle geweld, de hoeveelheid ervan, het geluid en de geuren die auto’s verspreiden. En als ik dieper in mezelf voel, dan voel ik een weerstand opkomen, tegen deze dingen die mij domineren, ik mag veel van de mensen in deze dingen heel graag en wil ze niets afnemen, maar waarom zou ik deze status quo nog accepteren? Mag ik ook van me laten horen? Andere mogelijkheden schetsen?
Als ik denk aan ontmoeten in de ruimte van nu, dan zie ik deze tegenstelling, we zijn niet meer gewend om dit dilemma: individuele vrijheid vs. de collectieve gevolgen echt me elkaar te bespreken. We kunnen alleen denken in ‘winnaar’ of ‘verliezer’, je hoort erbij of niet.
Ontmoeten betekent dan voor mij dat we situaties creëren waarin we verder komen dan twee polaire meningen: ‘voor of tegen auto’s’, ‘voor of tegen’ groen, ‘voor of tegen’ buitenlanders.

Verschillen overstijgen

Daarom is volgens mij het ontmoeten van de toekomst: een collectief leren ontwikkelen dat ons helpt de verschillen van mening te overstijgen. Dat ons helpt om inclusief te zijn, zodat allen er ook echt mogen zijn (de mensen met wie we te maken hebben Zijn er nou eenmaal, het heeft niet zoveel zin om dit te ontkennen).

Op de Debatmobiel heb ik afgelopen zomer ervaren hoe moeilijk het nog is om echt met elkaar in gesprek te gaan en het òf òf denken te overstijgen. Zo bleek dat sommigen moeite hadden met het roken van anderen maar dat niet durfden te zeggen, ook was het soms moeilijk om te luisteren naar elkaar als iemand zich bijvoorbeeld stoorde aan het geluid van kinderen in het tijdelijke zwembad. Kennelijk is het moeilijk of spannend om je uit te spreken en vervolgens samen naar een oplossing te zoeken? In het òf – òf denken kan dit al gauw escaleren en gaan mensen het gesprek dus uit de weg. Vraag is dus hoe we opnieuw leren denken in overbruggen, hoe we nieuwsgierig en open samen tot oplossingen kunnen komen, ondanks de verschillen.

Er zijn vele inspiratiebronnen voor dergelijke manieren van denken, bv. de oosterse wijsheidsleer, belichaamd door Thich Nhat Hahn en de Dalai Lama. Zij schetsen ons een weg waarbij we kunnen zitten met wat is, kunnen zien dat we niet onze meningen zijn en hebben soms hele praktische aanpakken om te overstijgen. De manier van denken zie je bv. terug in mediation-aanpakken. De uitdaging is aan ons om dergelijke manieren in de praktijk te beoefenen.

De intentie om te delen

In de maatschappelijke initiatieven zie ik veel intentie om samen te delen, om in gelijkwaardigheid iets tot stand te brengen, iets te creëren dat groter is dan de individuen zelf. Ik vraag me al een tijd af hoe deze nieuwe waarden op grotere schaal in de bestaande stad zichtbaar willen worden. Fysiek zie je deze nieuwe waarden opkomen in gemeenschappelijke tuinen of stadslandbouw en je ziet een toename van combinatie-winkeltjes en koffietentjes. Verder zie je incidenteel op festiviteiten deze initiatieven ruimte innemen.

Daarom is mijn vraag aan jullie: wat zijn jullie favoriete ontmoetingsplekken en hoe ontstaat daar saamhorigheid?

De vraag naar ontmoeten en het overbruggen van polarisatie blijkt gelukkig niet alleen bij mij actueel. Van 17 juni tot en met 9 juli 2017 is in Pulchri een tentoonstelling te bekijken over ontmoeten in de openbare ruimte van morgen. Hier geven kunstenaars, architecten en stedenbouwers hun visie op ontmoeten.